Elmar Trenkwalder

sculpturen, tekeningen

18 oktober t/m 15 november 2009

Door hun uitbundige ornamentiek en grote detaillering maken de keramische sculpturen van Elmar Trenkwalder (Innsbruck 1959) een overweldigende indruk. Bij nadere bestudering van de beelden blijken er allerlei erotische details in te zijn verwerkt.    In de hindoeïstische tempelarchitectuur is de erotiek meestal expliciet weergegeven, de parende goden en halfgoden worden omlijst door de architectuur. In de beelden van Trenkwalder is eerder sprake van een samensmelting van architectuur en erotiek: zuilen zijn fallisch, ornamenten hebben wulpse vormen. Hiermee overstijgt hij het anekdotische en krijgt de erotiek eerder een spirituele lading die in een geheimzinnige, bijna sacrale architectuur wordt opgevoerd.

De vormentaal van Trenkwalder’s beelden is verwant aan de uitbundige barokarchitectuur, die in Oostenrijk zo’n grote bloei kende. Soms doen de beelden ook denken aan de Kachelofen die vaak rijk is geornamenteerd en beschilderd. In de tentoonstelling zijn verschillende kleinere sculpturen en een groot totemachtig beeld te zien, dat een prachtig ritme heeft door de afwisseling van witte glazuur en zwarte engobe. Verder worden ontwerptekeningen van de sculpturen getoond naast zelfstandige tekeningen van architectonische fantasieën.

In het Stedelijk Museum Schiedam waren onlangs drie grote sculpturen van Trenkwalder te zien in de tentoonstelling Virtuoze zinsbegoochelingen. www.stedelijkmuseumschiedam.nl. Vorig jaar had hij een grote overzichtstentoonstelling in het Parijse museum La Maison Rouge, eerder toonde het Louvre een grote sculptuur van hem.