Marcel van Eeden, Tobias Gerber, Leo Kogan, Elmar Trenkwalder, Dick Tuinder

tekeningen

15 november t/m 21 december 2008

In de expositie wordt werk van vijf tekenaars getoond die ieder een specifieke positie hebben. Marcel van Eeden en Elmar Trenkwalder behoren tot de vaste kunstenaars van de galerie, Tobias Gerber, Leo Kogan en Dick Tuinder nemen op uitnodiging deel.

Marcel van Eeden (1965) werkt al jaren aan een indrukwekkend corpus tekeningen, waarbij hij put uit afbeeldingen en foto’s van voor zijn geboorte in 1965. De laatste jaren introduceerde hij een fictief element in de tekeningen door een gefingeerd persoon avonturen te laten beleven aan de hand van bestaand beeldmateriaal. In de huidige tentoonstelling is een serie portretten te zien van personen waarvan de namen uitgaan op ‘-Witz’. De tekeningen worden op een installatie-achtige manier gerangschikt op een donker geschilderde muur, zoals hij onlangs ook deed in de Kunstverein Heidelberg.

Tobias Gerber (1961) maakt sobere houtskooltekeningen die een mysterieuze spanning hebben. De voorstellingen lijken bijna terloops en vanzelfsprekend, maar blijken al snel ongerijmde en bizarre elementen te bevatten. Soms is dat subtiel zoals de twee gewonde soldaten die elkaar aankijken, als ze in tegengestelde richting op brancards worden weggedragen. In andere tekeningen als Dr. Watson overheerst het bizarre wanneer de lichamen van Holmes en Watson gespiegeld in elkaar overgaan als de figuren op een speelkaart.

Leo Kogan’s (1974) tekeningen lijken droomsituaties weer te geven, een kamer is bijvoorbeeld half onder water gelopen, en heeft een venster in de vorm van een enorm oog. Een man kruipt over de natte vloer naar een bal die in het water is geland. Kogan tekent zijn voorstellingen met grote precisie, waardoor de vervreemding nog toeneemt. Naast deze tekeningen is ook een serie werken te zien die Kogan tekende en aquarelleerde op afwijzingsbrieven die hij ontving als antwoord op subsidie- en tentoonstellingsaanvragen.

De Oostenrijkse kunstenaar Elmar Trenkwalder (1958) roept in zijn tekeningen een bijna mystieke wereld op die soms herinnert aan de visionaire tekeningen van William Blake. Bij Trenkwalder is er steeds sprake van een vermenging van erotiek en architectuur, opgevoerd als een geheimzinnige eredienst in kerk- of tempelachtige ruimtes. Zuilen hebben fallische vormen en ornamenten blijken opgebouwd uit verstrengelde menselijke figuren. De uitbundige vormentaal is nauw verwant aan de barokarchitectuur die in Oostenrijk een grote bloei kende.

Dick Tuinder (1963) is naast tekenaar ook schrijver en filmmaker. Meestal maakt hij stripachtige tekeningen met een verhalend karakter. Het werk in de tentoonstelling is beïnvloed door de landschapsdecors die hij nu maakt voor zijn eerste avondvullende speelfilm Winterland die naar verwachting op het Rotterdams filmfestival in premiere zal gaan.
De berglandschappen, en stedelijke omgevingen zijn weliswaar leeg maar suggestief, ze nodigen uit om ingevuld te worden met een verhaal of menselijke handeling.