Sam Hersbach. Fantastical View into Portrayed, Realistic Embodiments, 2023, pigment, acrylic, charcoal, gouache on linen, 300 x 200 cm
Sam Hersbach. Fantastical View into Portrayed, Realistic Embodiments, 2023, pigment, acrylic, charcoal, gouache on linen, 300 x 200 cm

Andrea Freckmann
Sam Hersbach
Marjolijn van der Meij
Ronald Versloot

 

schilderijen

 

18 mei t/m 22 juni 2025

 

 

vrijdag 23 mei HOOGTIJ #81 van 19:00 tot 23:00 uur

zondag 25 mei Art Walk The Hague van 13:00 tot 17:00 uur

Andrea Freckmann (1970) onderzocht in haar Damals so schön schilderijen het thema nostalgie aan de hand van objecten uit de jaren ‘60 en ‘70 als de Volkswagen kever, kanten gordijnen, bordspellen of lieflijke bergdorpjes. In het nieuwste werk (Guck mal. Wie schön) staat het pittoreske Zeeuwse polderlandschap met zijn koeien centraal, vergelijkbaar met de schilders van de Haagse school die de boerderijen, weilanden en koeien van het platteland weergaven en niet de spoorlijnen van de oprukkende industrialisatie van die tijd. In haar trefzekere manier van schilderen combineert ze het landschap met ornamenten en geometrische patronen die een tegenwicht geven aan de nostalgie in de voorstelling.

Sam Hersbach (1995) vermengt in zijn schilderijen verschillende realiteiten uiteenlopend van selfies naar citaten uit de kunstgeschiedenis tot fantasie wezens die hij in een dynamische manier van schilderen met elkaar verbindt. Soms integreert hij ook een spiegelende metalen plaat op het doek die de illusie van het schilderij ontkent. Zijn centrale werk in de tentoonstelling is een monumentaal doek van 3 bij 2 meter waarop hij de 19e eeuwse schilder Ary Scheffer en diens moeder Cornelia Lamme afbeeldt. Hun portetten worden omgeven door een wirwar van insecten, planten en vissen die in groene en donkerblauwe tinten om de twee heen zwermen.

Marjolijn van der Meij (1970) werkte recent aan serie kleine schilderijen op papier waarin ze personen en voorwerpen uit de media en massacultuur uitlicht en ze een bijna sacrale uitstraling geeft. Een portret van Virgil van Dijk lijkt een icoon van een Byzantijnse heilige te worden, Gucci en Dior tassen veranderen in onbereikbare, heilige objecten. Ook verwijst ze naar oudere glamour zoals de modepoppen van Pierre Imans of kitschige paarden die door een bewolkte hemel vliegen. Zoals in haar oudere werk waarin ze foto’s van juwelen, paleizen of pittoreske natuurgezichten verkreukte en vervormde appelleren de beelden aan een collectief geheugen waarin high en low culture in elkaar overlopen.

In Ronald Versloot’s (1964) schilderijen komt het motief van een openstaand venster regelmatig terug. Vanaf de Renaissance is het schilderij een metafoor voor een venster op de wereld dat toegang biedt tot een geschilderde werkelijkheid waarin de kunstenaar zijn visie kan ontvouwen. Door het simpele en ranke venster van Versloot zie je een landschap met een wolk maar ook een minder ruimtelijk beeld als een patroon van takken met een vogel. De vraag is of het beeld aan een gedachte of herinnering refereert dan wel aan de zichtbare realiteit. Het naar buiten kijken wordt zo tegelijk een naar binnen gekeerde blik.