Human Nature
Andrea Freckmann, Olphaert den Otter,
Urs Pfannenmüller, Ed Pien, Zeger Reyers
schilderijen, uitgesneden tekeningen
17 maart t/m 14 april 2013
In het Gemeentemuseum Den Haag start 15 maart de manifestatie Ja Natuurlijk, waarin de veranderende verhouding tussen mens en natuur wordt onderzocht door beeldend kunstenaars en vormgevers. Zeger Reyers (1966) zal in het museum een werk met paddenstoelen laten zien met de titel A Glance Through the Shades. Parallel aan Ja Natuurlijk organiseert Galerie Maurits van de Laar de tentoonstelling De Menselijke Natuur/Human Nature waarin de perceptie van de mens van de natuur en de invloed van de natuur op de mens wordt belicht.
Bij Olphaert den Otter (1955) vallen die twee invalshoeken samen in het schilderij Flash, waarop een doornappel is afgebeeld, een plant met een sterk hallucinogene werking die zeer realistische waanbeelden kan oproepen. Ook is een aantal schilderijen uit de serie Homemade te zien, gewijd aan door de mens gebouwde hutten en geïmproviseerde onderkomens, die onvermijdelijk ook weer zullen vervallen en worden opgeslokt door de natuur.
Urs Pfannenmüller (1942) beeldt in zijn schilderijen afval als stukken piepschuim en emmers af die in het gras liggen. Bij nadere beschouwing vormen deze voorwerpen een lichaam of gezicht. Als een omgekeerde Arcimboldo wordt niet met vruchten maar met kunstmatig materiaal een mensfiguur samengesteld. Door de hoekige vormen en het wit van het piepschuim doen de gestalten denken aan geraamtes die je kunt zien als eigentijdse Memento Mori´s.
Andrea Freckmann (1970) schildert bühne-achtige ruimtes waarop ze mensen in een bos of park afbeeldt. Als een musicerende Orpheus bespeelt een man een zingende zaag, beluisterd door vogels en een meisje in Dirndljurk. Dit eigenaardige tafereel roept de vraag op of we binnen of toch buiten zijn, het bos geschilderd of werkelijk is en of we met acteurs te maken hebben of met ´gewone´ mensen.
In de uitgesneden tekeningen van Ed Pien (1958) is de metamorfose weer tegengesteld: de mens gaat op in een labyrint van takken waarin zijn armen en benen samensmelten met de boom. Ed Pien, zelf van Chinese afkomst, laat zich vaak inspireren door Aziatische volksverhalen en sprookjes. Het bos en gedaantewisselingen van mens naar dier of plant spelen daarin een belangrijke rol.
Zeger Reyers laat in de galerie ook een werk met paddenstoelen zien. In het toilet maakte hij een installatie met oesterzwammen die op de muur en de deur zijn aangebracht. Ooit liet hij zwammen groeien in de luchtschacht boven het toilet van Kunstcentrum Witte de With Rotterdam in de tentoonstelling Onder Tussen. De installatie is exemplarisch voor zijn werk waarin hij de natuur de door de mens gemaakte omgeving binnenloodst en de vrije hand geeft.