Face to Face
29 augustus t/m 26 september 2010
Bij Diederik Gerlach (1956) is er geen sprake van directe portretten. Gerlach roept met een summiere aanduiding van een berglandschap of een Duits vakwerkhuis een sfeer op van een vakantiefolder uit de jaren vijftig. Op de voorgrond plaatst hij een man of vrouw. Hiermee creëert hij een portret in bredere zin waarin omgeving en figuur worden teruggebracht tot hun karakteristieken. Tobias Gerber (1961) toont het portret via een omweg. Zo kijk je een vrouw op de rug die in een atelier bezig is een zelfportret te schilderen, haar gezicht is te zien in de kleine ronde spiegel die ze vasthoudt. In de tekening ‘Viert’ zie je een bestuurder en bijrijder in een auto. Ze kijken achterom naar de twee vrouwen op de achterbank die nog net en profil te zien zijn. Justin Wijers (1981) tekent met veel aandacht voor detail de gezichten van mensen die zijn omgekomen door een ongeluk of geweld. Hij vult de gezichten gedeeltelijk in met teksten en miniaturen van planten, dieren of pictogrammen in aantrekkelijke kleuren. De toeschouwer wordt zo verleid de tekening van dichtbij te bekijken waardoor de gruwelijke realiteit van de voorstelling pas later tot je doordringt..