GEOLOGIEËN

&

Plooien ploegen

Henri Jacobs

tekeningen, werk op papier
wandkleden, keramiek

22 april t/m 04 juni 2023

Als boerenzoon stond Henri Jacobs (1957) vaak op zijn kop in het zand, de arme hoge zandgronden van de Noord-Brabantse Kempen. Om aardappelen te rooien en rapen, om asperges te planten en steken, om spruiten te plukken. Het oppervlak interesseert hem daarom, het horizontale oppervlak van het landschap waar we op lopen, waar we in ploegen, planten en poten, waar we in graven en op draven.

Grond, zand, aarde, akkers, het oppervlak erodeert, verdroogt, scheurt, plooit, verzakt, verarmt, is uitgeput en moe. Vanuit dit besef van het oppervlak maakt Jacobs papieren vlechtwerken van twee of meer vellen gekleurd, getekend of bedrukt papier.

Deze vlechtwerken worden samengebracht in een boek dat liggend wordt gepresenteerd en waar je in bladert. De magie van het boek is de tweezijdigheid van elk blad, het gegeven van recto – verso dat zo evident lijkt maar het blad in het boek uniek maakt. Het bladeren van de bladzijden is het tellen van de tijd, het wegtikken van seconden, minuten, uren.

Onder het oppervlak dat voortdurend gemanipuleerd wordt liggen de geologieën, ligt de bedding die het oppervlak draagt. Geaquarelleerde reliëf illusies van meanderende plooien, scheuren en spleten verbeelden de geologische aardlagen. Jacobs’ zigzag tekeningen zijn geënt op het raster, het raster dat het papier behapbaar maakt en de wind die er waait doet luwen. Een raster geeft grip, neemt in bezit, bezet en verwijdert de leegte door met subtiele punten op regelmatige afstand de leegte te vervangen, in te nemen en te bezetten.

Naast horizontaliteit is in andere tekeningen ook verticaliteit aanwezig. Een verticale infrastructuur van trappen in lege hulzen van huizen, van de kelder tot zolder, met raam- en deuropeningen in muren zo dun als papier. Lege decors waar het toneel verlaten is, waar de mens weggelaten is. Een plaats waar je kunt halt houden, waar gestopt is met het vertellen van verhalen.

De wandkleden geweven bij Flanders Tapestries in Wielsbeke (B) zijn de oudste werken in de tentoonstelling. Deze jacquard geweven kleden waren begin 2000 het resultaat van een lang proces van de deconstructie van het schilderij. Velázquez schilderde de achterkant van het schilderij op de voorzijde, Mondriaan vernietigde de afbeelding en schildert alleen nog maar het kozijn. Henri Jacobs snijdt het linnen aan repen om het te vlechten tot een oppervlak vol openingen, zodat je door het met olieverf besmeurde oppervlak heen kijkt tot op de muur. Daarna is hij gaan weven en vlechten, het beeld is hierdoor aan de voor- en achterzijde zichtbaar en het oppervlak wordt zo voorwerp van onderzoek.

De papieren vlechtwerken van bladzijden van schetsboeken, kunstboeken of landkaarten en plattegronden hebben het karakter van een palimpsest waar voortdurend nieuwe lagen overschreven worden op onderliggend geschrift. Verder is in de tentoonstelling een keramisch vloermozaïek te zien dat vanaf Henri Jacobs’ werkperiode in het Europees Keramisch Werkcentrum in 2018 langzaam doorgroeit. Het bestaat uit ruimtelijke geometrische componenten die op de vloer worden samengevoegd tot een aaneensluitend patroon dat steeds verandert: un tombeau pour la terre.