Holzschnitt – Houtsnede

Jan Brokof, Gustav Kluge, Dieter Mammel, B.C. Epker, Jos de l’Orme

21 juni t/m 20 juli 2008

De houtsnede, ontwikkeld in de 14e eeuw, was in het verleden van groot belang voor kunstenaars om hun werk te verspreiden. Bij Dürer komt de houtsnede tot volle bloei, veel later pakken de expressionisten de techniek op vanwege de sterke licht donker werking en de kracht en directheid van de lijnvoering. In onze wereld van massamedia en digitale techniek lijkt de houtsnede vergeten en verdwenen. Toch wordt de techniek door hedendaagse kunstenaars nog steeds toegepast. Voor de tentoonstelling HOLZSCHNITT – HOUTSNEDE zijn drie Duitse en twee Nederlandse kunstenaars uitgenodigd die vaak of zelfs uitsluitend houtsnedes maken.

Jan Brokof (1977) geboren in de voormalige DDR gebruikt de houtsnede om de Plattenbau flats uit zijn jeugd weer te geven. Ooit maakte hij een drie-dimensionale reconstructie in houtsnede van zijn jongenskamer, compleet met sansevieria’s in de vensterbank en posters van Billy Idol, Baywatch en Madonna aan de wand. In de tentoonstelling zijn verschillende van deze posters te zien maar ook een houtsnede die op de vloer ligt, met een van bovenaf weergegeven blok flatgebouwen.
(Jan Brokof wordt vertegenwoordigd door Galerie Baer | Raum für aktuelle Kunst, Dredsen)

Gustav Kluge (1947) heeft naast zijn schilderijen altijd veel houtsnedes gemaakt. Van hem zijn onder meer werken te zien geïnspireerd op het Duitse kinderlied over het ‘Bucklicht Männlein’. Dit gebochelde mannetje duikt in het duister van de kelder of de slaapkamer op om kinderen en volwassenen aan het schrikken te maken. In overdrachtelijke zin belichaamt hij de verborgen, duistere kant van onze persoonlijkheid. (Gustav Kluge wordt vertegenwoordigd door Produzentengalerie, Hamburg)

Dieter Mammel (1965) grijpt in zijn houtsnedes terug op de foto’s van zijn kindertijd, waar hij als kleine jongen aan de hand van zijn moeder loopt of een grote zak snoep vasthoudt. Door het omzetten van de foto’s in houtsnedes krijgen deze zo herkenbare beelden een eigenaardige vertraging, alsof de still van de foto nog verder is teruggezet in de tijd.

In de houtsnedes van B.C. Epker (1968) is een intrigerende vermenging te zien van de kunsthistorische traditie met beelden uit de massamedia en pornoblaadjes. Zo zit een naakte vrouw uitdagend tegen een boom geleund in een zeer klassiek landschap met op de achtergrond een Friese kerk. Door de techniek van de houtsnede worden deze onderling vreemde beelden tot een eenheid gebracht.

Jos de l’Orme (1962) werkt uitsluitend in houtsnedes, vaak toont hij niet de afdruk maar de houten plaat. De lijnen hebben de natuurlijke kleur van het hout waardoor de voorstelling een levendige en warme indruk maakt. Kenmerkend is zijn golvende lijnvoering, die nu te zien is in het getekende gezicht van een oude vrouw, maar ook in de wervelende lijnen rond een straaljager die door de lucht klieft.