tekeningen

Marcel van Eeden, Johan Gustavsson,
Daniel Jensen, Rens Krikhaar, Sebastiaan Schlicher

3 september t/m 16 oktober 2011

Marcel van Eeden (1965) werkt al vele jaren aan een indrukwekkend corpus van virtuoze zwart wit tekeningen die alle zijn gemaakt naar beeldmateriaal uit de periode voor zijn geboorte. De laatste tijd maakt hij series tekeningen die in een bepaalde categorie vallen. Zo waren er series over schepen, occultisme, vliegtuigen en explosies. In deze tentoonstelling toont hij een serie over dromen, waarinmeerdere taferelen in een tekening verenigd worden, als in een droom waar het ene beeld natuurlijk in het andere overvloeit.

Johan Gustavsson (1978) tekent kamers waarin je van bovenaf inkijkt. Dit hoge standpunt schept afstand, alsof je uit je lichaam bent getreden en het vertrek observeert. Vaak zijn zelf gemaakte foto’s de basis voor de tekeningen, het atelier of de directe leefomgeving van Johan Gustavsson komen daarom veel voor in de tekeningen. Heel summier tekent hij plint, plafond en meubilair als een setting waarin hij meestal zelf met een of twee andere personen aanwezig is in een vaak eigenaardige, ongemakkelijke situatie.

Daniel Jensen´s (1972) tekeningen lijken een losgeslagen sprookjeswereld weer te geven, waarin dwergen, dieren en monsters optreden. Rudimentair en heel expressief tekent hij de ruige bossen en grotten waarin deze wezens huizen. Zo zie je een sneeuwpop voor een grote kookpot, of een donker gedrochtelijk mannetje op een soort spreekgestoelte. Ze zijn tegelijk grotesk en aandoenlijk, alsof ze hun bizarre, ontaarde wereld willen bezweren met een rituele handeling.

Rens Krikhaar (1982) toont een serie kleine, intieme tekeningen van vaak nachtelijke scènes die doen denken aan droombeelden. Opvallend is dat de manier van tekenen niet lineair is maar opgebouwd met arceringen waarmee volumes en gradaties in licht en donker ontstaan. Vaak zijn de taferelen verstild zoals een vogel die opdoemt in het duister of een man die bij het licht van een kaars bidt voor het eten.

Sebastiaan Schlicher (1975) verbeeldt de wereld van adolescenten die zich beweegt tussen het onzekere zoeken naar identiteit en de heroïek en grootsheid van de popheld. Heel precies en tegelijk half naïef tekent hij de pubers die onhandig poseren of acteren op een podium-achtige ruimte. Opvallend is dat hun ogen zijn weggetekend achter een grijs rondje, waardoor ze anoniem en spookachtig worden.